Romana: “Ik ben veel mondiger geworden”
Romana (24) werkt al van jongs af aan in een kledingfabriek in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh. Met het geld dat ze verdient, ondersteunt ze haar ouders die het financieel altijd zwaar hebben gehad. Dankzij haar baan heeft ze eindelijk de ruimte om te dromen over meer; over reizen en een eigen naaiatelier.
Romana komt uit een groot gezin. Haar vader is chronisch ziek, dus haar moeder verdiende het geld en regelde het huishouden. Van Romana’s oudere broers en zus kreeg het gezin geen enkele financiële hulp. “Mijn moeder nam elk baantje aan dat ze kon krijgen. Dat eiste een zware tol van haar”, zegt Romana, “Ze had ons kunnen verlaten, maar ze koos ervoor om te blijven.” Toen de nood te hoog werd, verkocht Romana’s moeder al hun spullen en zijn ze met het gezin naar Dhaka verhuisd.
Als jong meisje ’s nachts werken
Romana en haar jongere broer konden allebei hun school niet afmaken. Haar broer kreeg een baantje en hoewel Romana nog een kind was, begon zij ook met werk in een kledingfabriek. “Mijn moeder en broer wilden dit niet, maar ik vond dat ik ze moest helpen”, legt Romana uit. Ze was eigenlijk te jong om te mogen werken, dus als bezoekers langs de fabriek kwamen verstopte Romana zich op het toilet of op het dak. Om te voorkomen dat ze werd betrapt, werkte ze uiteindelijk vooral ’s nachts. Zodra zij en haar broer genoeg verdienden om het gezin te onderhouden, kon hun moeder stoppen met werken.
Toen ook Romana’s jongste broer trouwde en het gezin verliet, moest zij alleen voor haar ouders zorgen. Niet lang daarna trouwde ze zelf. Haar man had een goede baan en vond het geen probleem dat ze haar geld gebruikte om haar ouders te ondersteunen. Bovendien kon Romana tijdelijk stoppen met werken toen ze zwanger raakte.
Lees meer over de vrouwen achter onze kledingPlan International en Fair Wear
In Bangladesh werken volgens de internationale arbeidsorganisatie ILO ongeveer 4,2 miljoen mensen in de kledingsector, waarvan het merendeel vrouw is. Plan International en Fair Wear, een organisatie die opkomt voor betere werkomstandigheden voor arbeidskrachten in de kledingindustrie, werken in Bangladesh samen met partnerorganisaties zoals de Awaj Foundation aan een betere positie voor (jonge) vrouwen in de kledingindustrie.
We zetten ons ervoor in dat vrouwen fatsoenlijk werk hebben, onder veilige omstandigheden kunnen werken en voldoende betaald krijgen. We doen dit door kledingmerken en de fabrieken te ondersteunen bij het creëren van een veilige omgeving voor vrouwen waarin ze zich kunnen uitspreken, promotie kunnen krijgen en inspraak hebben.
Om dit te bereiken zijn vakbonden essentieel volgens Orla Murphy, directeur van Plan International Bangladesh. Zo kunnen leidinggevenden en werknemers samen tot afspraken en verbeteringen komen. Ook Romana’s fabrieksmanager, Susanta Sarker, ziet de voordelen: “Als er een goede werksfeer is tussen de werknemers en de fabriekseigenaren, dan is er ook een boost in productie. Dit begrepen we eerst niet. Nu de vakbond er is beginnen we het ons steeds meer te realiseren.”
Verbeterde werkomstandigheden
Romana werkt nog steeds in een kledingfabriek, ze bedient nu de machines. “Ik ben veel mondiger geworden. Als iemand aan me twijfelt, doe ik er alles aan om te bewijzen dat ik het wél kan. Nu vertrouwen mijn collega’s erop dat ik mijn taken aankan. Dat geeft me een goed gevoel”, zegt Romana.
De kledingindustrie is volgens Romana veranderd. “De werkomstandigheden zijn verbeterd. Steun van de vakbond betekent dat we ons op ons werk kunnen richten, we kunnen op hen vertrouwen. En er werken in de fabriek waar ik werk gelukkig geen minderjarige meisjes meer”, legt ze uit. Dankzij de aanwezigheid van een vakbond, opgericht met behulp van de Awaj Foundation, kunnen fabrieken samen met hun werknemers zoeken naar oplossingen, ook in zware tijden als gevolg van Covid-19.
Wil je meer van dit soort verhalen lezen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief!Naast het geven van trainingen en het lobbyen voor betere wetgeving, ondersteunt Plan ook bij het opzetten van commissies om geweld tegen vrouwen tegen te gaan. “Het is belangrijk dat er wordt opgetreden tegen intimidatie. Ook willen we dat er ruimte is voor vrouwen met kleine kinderen om borstvoeding te geven, dat er sanitaire voorzieningen voor hen zijn en dat we in gesprek blijven met elkaar over wat ze nodig hebben”, legt Murphy uit.
Fantaseren over de toekomst
De dochter van Romana en haar man is nu vijf jaar oud. “Zij hoeft niet mee te maken wat ik als kind heb meegemaakt. Ik hoop dat ze naar school kan gaan en een goede baan krijgt later”, vertelt Romana. “En mijn man verdient genoeg om ons gezin te onderhouden, zodat ik met mijn salaris mijn ouders kan ondersteunen. Hopelijk kan onze dochter later hetzelfde doen voor ons.”
Romana durft ook meer te fantaseren over de toekomst: “Ik wil blijven werken zodat ik geen stress hoef te hebben over mijn ouders en kind. En ik wil mijn dochter genoeg tijd en aandacht geven. Het zou geweldig zijn als ik ooit mijn ouders terug naar het dorp kan brengen waar we vandaan komen, en dat we samen in een huis kunnen gaan wonen. Dan kan ik misschien mijn eigen naaiatelier oprichten.”
Dan is er nog een droom voor de langere termijn; Romana wil gaan reizen. “Het maakt niet uit waarheen of hoe lang. Naar zee, of naar Rangamati, als het maar buiten Dhaka ligt. Ik ben nog nooit op vakantie geweest, en dat zou echt geweldig zijn,” zegt Romana.