Jongeren maken het verschil
Dappere meiden én jongens komen in hun land op voor meisjesrechten en zetten zich in tegen economische uitsluiting van jonge vrouwen en gendergerelateerd geweld. Zij zijn onderdeel van de Girls Advocacy Alliance, een programma van Plan International, Terre des Hommes en Defence for Children – ECPAT. We vroegen vier van deze jongeren: hoe maak jij het verschil?
Ibrahim (21), Sierra Leone
Wat mijn droom is? Dat is niet een persoonlijke droom, maar een wens voor alle meisjes en vrouwen. Ik droom van een wereld zonder kindhuwelijken.
In mijn land is dat nog altijd een groot probleem. En ook zie je nog steeds te veel tienermoeders. Soms overlijden meisjes zelfs bij de bevalling omdat hun lichaam er nog helemaal niet klaar voor is om een kindje te krijgen. Als jongerenlobbyist strijd ik voor de rechten van meisjes en vrouwen. We gaan naar dorpen en praten met de gemeenschap. Alleen moet ik dan soms mijn best doen om niet geslagen te worden. We hebben helaas veel te maken met discriminatie. Daarom roepen wij de overheden op om ons bescherming en steun te bieden, zodat we ons werk als meisjesrechtenverdedigers kunnen blijven doen.’
Anoniem (16), Ethiopië
‘Ik maak impact door trainingen te geven. Door mensen te vertellen dat huwelijken met minderjarigen slecht zijn. Dat baby’s krijgen als je tiener bent gevaarlijk is. Dat doen we niet alleen in gemeenschappen, maar ook op scholen. Wij trainen kinderen en die brengen de kennis over op hun ouders. Mijn omgeving zal nooit begrijpen waarom ik dit doe. Zelf werd ik ook weggegeven. Mijn vader wilde me uithuwelijken toen ik 12 jaar oud was, maar ik heb dat geweigerd. Ik heb me toen aangemeld bij de Girls Advocacy Alliance omdat ik hoop dat alle vrouwen in de toekomst gelijk zullen zijn aan mannen. Dat ons geen slechte dingen meer overkomen. Dat alle vrouwen goede leiders kunnen worden in deze wereld. Het begint allemaal met goed onderwijs. Ooit hoop ik dokter te worden omdat ik ervan droom om mensen te genezen.’
Emelda (19), Kenia
Wees sterk! Dat is mijn boodschap aan vrouwen in moeilijke situaties. Zelf was ik 17 toen ik zwanger raakte.
De vader van mijn kindje liet me alleen achter. Andere mensen discrimineerden me, de leraar sprak slecht over me en ouders van vriendinnen wilden dat ik niet meer met ze omging. Dat gaat zo in Kenia. Ik raakte geïsoleerd, want ik kon alleen met mijn ouders praten, maar die waren ook teleurgesteld. Ineens ziet de buitenwereld je niet meer als kind. Toen ben ik naar een steungroep gegaan. Want ik had geen geld voor luiers en kleding voor mijn baby en nauwelijks genoeg voor eten. In de groep praatten we erover, kon ik mezelf zijn en kreeg ik hulp. En nu help ik zelf andere meisjes. We focussen ons op kindhuwelijken en economische uitsluiting van meisjes en jonge vrouwen. We willen dat meisjes gelijke kansen krijgen. Politici moeten daarbij helpen en daar strijden we voor.’
Muna (16), Nepal
‘Naar school gaan is voor meisjes in Nepal niet gemakkelijk. Veel leraren raken je aan op een manier die niet juist is of ze maken seksueel getinte opmerkingen. Daardoor zijn meisjes bang en onzeker om naar school te gaan. Leraren moeten meisjes een reden geven om naar school te gaan en niet een reden om weg te blijven. Tegen dit soort misstanden strijd ik, samen met de andere leden van mijn Youth Girls Club. Om ons land beter te maken hebben we de jeugd nodig. Veel jongeren verlaten ons land om elders te studeren. Gelukkig komen ze steeds vaker terug om te helpen om ons land op te bouwen. Alleen zo kan ons land zich verder ontwikkelen. Er zijn ook jongens die met ons meedoen en dat is belangrijk. Want zonder hen kunnen wij geen verandering teweeg brengen.’
Girls Advocacy Alliance
In de Girls Advocacy Alliance werken Plan International Nederland, Terre des Hommes en Defence for Children – ECPAT samen met het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het uitbannen van geweld tegen meisjes en jonge vrouwen en aan het versterken van hun economische kansen. Het programma loopt van 2016 tot en met 2020 en wordt uitgevoerd in Bangladesh, India, Nepal, de Filippijnen, Ethiopië, Ghana, Kenia, Liberia, Sierra Leone en Uganda. Een belangrijke activiteit in het programma is het trainen en begeleiden van jongeren lobbygroepen.