Honger in Somalië: “Op sommige dagen eten we helemaal niets”
In een kamp voor ontheemden in Somalië rouwt de 38-jarige Hoodo om het verlies van haar twee jongste kinderen. Ze stierven niet vanwege een ziekte of ongeluk, maar aan de gevolgen van de extreme hongercrisis waar de Hoorn van Afrika al maanden mee kampt. “Er zat maar een maand tussen hun overlijdens.”
Somalië wordt al jaren geteisterd door extreme droogte. 6,6 miljoen mensen hebben niet genoeg te eten en 1,8 miljoen kinderen onder de vijf zijn ondervoed. Uit wanhoop sloegen grote hoeveelheden mensen op de vlucht, op zoek naar eten en water.
Op de vlucht
Ook Hoodo maakte de beslissing om alles achter te laten. “We hadden meer dan 200 schapen, kamelen en ezels. Maar door de droogte zijn ze allemaal gestorven. Daarom zijn we drie jaar geleden gevlucht, op zoek naar hulp.”
Lees ook: Waarom meisjes extra hard geraakt worden in een crisisHoodo hoopte dat het leven in het vluchtelingenkamp beter zou zijn. Maar het tegendeel was waar. “Ik verloor mijn vijf maanden oude baby en mijn éénjarige dochter. Ze stierven aan ondervoeding. We hebben hier geen gezondheidscentrum en ik kon het niet betalen om naar het ziekenhuis te gaan.”
Gezondheidsrisico’s
Voor miljoenen kinderen in Somalië is er niet genoeg te eten. En het eten dat er wel is, is vaak niet gevarieerd genoeg. Veel kinderen hebben daarom te maken met bloedarmoede en een tekort aan vitamine A. Hierdoor lopen ze meer risico op infectieziektes en de kans op ernstige ondervoeding is groot. Soms zelfs zo erg, dat kinderen overlijden.
We eten nooit drie maaltijden per dag, we hebben er amper één
Hoodo maakt zich dan ook ernstig zorgen om haar andere kinderen. “We eten nooit drie maaltijden per dag, we hebben er amper één. Ik geef mijn kinderen eten en water wanneer ik het kan krijgen, maar dat is vaker niet dan wel het geval. Een van mijn dochters, Amina, is heel ziek. Ik ben bang dat ik haar ook ga verliezen. Ik heb het geld niet om met haar naar het ziekenhuis te gaan of medicijnen te kopen.”
“Ik honger mezelf uit”
Het weinige eten dat Hoodo kan vinden, geeft ze aan haar kinderen. “Ik honger mezelf uit om hen te kunnen voeden”, vertelt ze. “Elke dag ga ik het hele kamp door, op zoek naar eten. Maar vaak vind ik niks. Ik probeer mijn kinderen bezig te houden, zodat ze niet aan hun honger denken.”
Niet meedoen met de rest
Terwijl Hoodo haar verhaal deelt, speelt haar achtjarige zoon Mubaarik in het zand met zijn bal. “Gisteren heb ik voor het laatst gegeten”, vertelt hij. “Vaak heb ik heel veel honger als ik naar school ga. Gelukkig krijg ik op school soms wat havermout. Maar ik kan me vaak niet concentreren in de les, omdat ik teveel honger heb. En ik kan niet met mijn vrienden spelen, omdat ik dan duizelig word en moet gaan zitten.”
Soms eten we en soms eten we niet
Zijn negenjarige zusje Marwa knikt instemmend. “Gisteravond hadden we niks te eten, we gingen met honger naar bed”, zegt ze. “Soms eten we en soms eten we niet.” Ze droomt van een beter leven voor haar familie. Met goed, gezond eten en een eigen huis.
Grote druk
Door de aanhoudende droogte staan kampen voor ontheemden zoals het kamp waar Hoodo leeft onder grote druk. Elke dag komen er nieuwe families aan die dringend eten en water nodig hebben. Maar vaak is de nood in de kampen zo hoog dat ze ook daar geen hulp kunnen vinden. Met name meisjes en jonge vrouwen krijgen het in een crisissituatie zwaar te verduren. De al bestaande ongelijkheid wordt verder vergroot en zij trekken daardoor aan het kortste eind.
Plan International ondersteunt Hoodo en andere families in het kamp met contant geld en zorgt voor schoon drinkwater. Samen met lokale partners TAAKULO en GREDO zorgen we dat families in Somalië kunnen blijven voorzien in eerste levensbehoeften als eten, water en gezondheidszorg.
Als we Hoodo naar de toekomst vragen, geeft ze aan vooral bang te zijn. Bang dat de geschiedenis zich gaat herhalen en haar familie nog meer zal lijden. “Ik wens elke dag dat ik mijn kinderen eten, onderwijs en veiligheid kan bieden.”