“Het is een traditie die pijn doet”
Grootmoeder Djeneba schat dat ze 55 jaar oud is. Ze was nog niet geboren toen Mali onafhankelijk werd van Frankrijk in 1960. Djeneba is in haar dorp misschien wel de belangrijkste strijdster tegen meisjesbesnijdenis. Al heeft ze pas sinds een paar jaar haar mening hierover veranderd.
“Als grootmoeder voel ik me verantwoordelijk voor het welzijn van mijn kleinkinderen. Ik wil ze op de juiste manier begeleiden naar hun volwassenheid. Het besnijden van mijn jongste kleindochter past daar niet meer bij. Mijn eigen drie dochters zijn besneden toen ze vijf, zes en tien jaar oud waren. Deze traditie is voortgezet bij mijn oudste kleindochters. Ik vond het toen nog een mooie traditie. Het was een feest zoals een huwelijksceremonie. Familie uit andere dorpen kwam er speciaal voor over.”
Kleinkinderen zijn de room op de melk
Moeders blijven tijdens het besnijdenisritueel van hun dochters op de achtergrond. Het is de grootmoeder die alles begeleidt. “Toen mijn dochters besneden werden was ik van te voren opgetogen, tot het moment dat zij het toilet in gingen waar ze besneden werden. Ik voelde van een afstand hun pijn. Van mijn eigen besnijdenis herinner ik me vaag de fysieke pijn, maar de mentale pijn die ik voelde toen mijn dochters werden besneden, was veel erger. En bij mijn kleindochters voel ik die pijn nog heviger, alleen al als ik aan hun besnijdenis denk. Weet je, hier in Mali zeggen we: je kinderen zijn je melk, maar je kleinkinderen zijn je slagroom.”
Lees ook: Waarom laten moeders hun dochter besnijden?Voor even prinsessen
Moeder Amie (39) werd besneden toen ze zes jaar was. “Ik herinner me er niet meer zoveel van, alleen de pijn. De oude mannen en vrouwen uit het dorp hadden besloten dat die dag geschikt was om een groep meisjes te besnijden, dat ging vroeger zo. Na de besnijdenis verbleven we twee weken in een huis van de oudste vrouw van het dorp. Onze moeders mochten ons eten komen brengen. Normaal moesten wij kinderen het doen met het eten dat overblijft nadat de volwassenen hadden gegeten, maar tijdens het verblijf in het huis werden we behandeld als prinsessen. We kregen de lekkerste soep en kip. Bij een besnijdenis waren de kinderen het middelpunt van de aandacht. Dat was wel echt mooi aan deze traditie, maar het is uiteindelijk een traditie die veel pijn doet.”
Wegrennende meisjes
De oudste drie dochters van Amie werden ook besneden. “Als moeder voel je de pijn van je kind alsof het je eigen pijn is. Na ongeveer een week worden de meisjes gewassen met een speciale, traditionele spons van strotakjes. Dat doet zo’n pijn, want de wond is nog open en er heeft zich nog geen littekenweefsel gevormd. Het is zeer traumatisch. Sommige meisjes proberen te ontsnappen aan dat badritueel. Je ziet dan zo’n meisje wegrennen, met haar oma achter zich aan. Mijn oudste dochter bleef maar bloeden, dat was voor mij vreselijk om aan te zien. Ik wilde het eigenlijk toen al niet meer, maar ik wist niet hoe ik het moest tegenhouden voor mijn anders dochters. Ik wist niet beter dan dat het zo hoorde.”
Het is zeer traumatisch. Sommige meisjes proberen te ontsnappen aan dat badritueel.
Besloten te stoppen
Amie zegt dat het aan haar moeder te danken is dat haar jongste dochter Farima niet is besneden. “Toen mijn moeder voorlichter werd, heeft ze als eerste mij overtuigd dat ik mijn gevoel moest volgen en mijn dochter niet hoefde te laten besnijden. Mijn man was het snel met mij eens. Hij heeft meegedaan aan voorlichtingsbijeenkomsten over besnijdenis, dus hij wist er al wat over. Ik vond het niet moeilijk om te besluiten dat het over moest zijn. Het voordeel is dat we dat met meerdere gezinnen tegelijk hebben besloten. Dan gaat het vanzelf.”
Lees hoe Plan strijdt tegen meisjesbensnijdenis in Mali
Voorlichting en training
Een aantal jaar geleden kwam Plan naar het dorp van Djeneba: “Ik werd uitgekozen om mee te doen aan een training om anderen voor te lichten. Waarom ze mij hebben uitgekozen? Mensen in het dorp hebben respect voor mij. Wij zijn familie van de imam, ik ken veel mensen hier, ik ben op de hoogte van wat er speelt en denk zelf ook altijd goed na.”
Djeneba heeft zelf bedacht hoe ze invulling geeft aan de voorlichting. “Ik houd van muziek maken en liedjes zingen. Vaak sluit ik als intermezzo aan bij een andere bijeenkomst, bijvoorbeeld als vrouwengroepen bij elkaar komen voor een vergadering. Het is mijn ambitie om jonge moeders bij elkaar te brengen en ze voorlichting te geven over de gevaren van besnijden. Ook wil ik naar dorpen waar besnijdenis nog vaak voorkomt.”
Modern jasje
Farima zit er stil bij. Ze voelt zich niet lekker. “Mijn kleindochter heeft malaria”, legt Djeneba uit. Een andere reden voor haar stilte is misschien wel dat haar moeder en oma het hebben over een onderwerp waar ze zelf eigenlijk nooit over praat. Djeneba vindt dat meisjes hier betere voorlichting over moeten krijgen. “Vroeger gingen meisjes in de leeftijd van tien tot veertien jaar onder leiding van de grootmoeders naar een heilige plaats net buiten het dorp. Daar kregen ze alle informatie over seksualiteit en voortplanting. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. De oma’s hebben het te druk met alles in huis, de kinderen zitten alleen maar op hun telefoon te kijken of met de koptelefoon op naar muziek te luisteren. Ik vind dat die traditie – zonder dat onze meisjes besneden worden – weer in ere hersteld moet worden, in een modern jasje.”
Dit doet Plan tegen meisjesbesnijdenis
Met projecten in onder andere Mali, Egypte, Ethiopië, Sudan en Kenia strijdt Plan al jaren tegen meisjesbesnijdenis. Plan geeft voorlichting over de gezondheidsrisico’s en de rechten van meisjes op het gebied van seksuele gezondheid en zelfbeschikking. Ook worden fabels en taboes de wereld uit geholpen tijdens voorlichtingsbijeenkomsten. Er wordt speciale aandacht gegeven aan grootmoeders, omdat zij vaak degenen zijn die besluiten om hun kleindochters volgens de traditie te laten besnijden. Plan werkt samen met besnijdsters, lokale chiefs, dorpsoudsten, religieuze leiders en andere rolmodellen om blijvende gedragsverandering te stimuleren. Ten slotte lobbyt Plan bij nationale en regionale overheden en bij parlementariërs om meisjesbesnijdenis strafbaar te stellen.