De grote gevolgen voor meisjes door het voedseltekort in Zuid-Sudan
Door gewelddadige conflicten en hevige overstromingen is er een extreem voedseltekort in Zuid-Sudan. In deze crisissituatie zijn meisjes het meest kwetsbaar. Steeds vaker worden ze door armoede van school gehaald en groeit de kans dat ze worden uitgehuwelijkt. Rebeca, Gayin, Joyce* en Martha vertellen over hun ervaringen.
In Zuid-Sudan krijgt 60 procent van de bevolking dit jaar te maken met een extreem tekort aan eten. De nood is met name hoog in de regio Pibor, waar natuurrampen en geweld huizen, gewassen en levens hebben verwoest. Omdat vee een vorm van rijkdom is in Zuid-Sudan, zijn veehouders vaak het doelwit van de gewapende overvallen. Bijna 60.000 mensen zijn hun dorpen ontvlucht en ontheemd geraakt. De coronacrisis maakt de situatie nog ingewikkelder.
De gevolgen voor meisjes
Het voedseltekort heeft andere gevolgen voor meisjes dan voor jongens. Als er te weinig eten is, zijn meisjes vaak als laatst aan de beurt in de familie. Als gezinnen onder druk komen te staan worden meisjes eerder van school gehaald dan jongens, en de kans op uithuwelijking neemt toe. Een meisje wordt gezien als een bron van inkomen, omdat haar huwelijk het gezin een bruidsschat oplevert.
In Zuid-Sudan trouwen meer meisjes voor hun 18e verjaardag dan er de middelbare school afmaken. Er is een gewoonte in Pibor om meisjes te ‘reserveren’ voor een huwelijk, al vanaf vijf jaar oud. Veel meisjes die naar school gaan zijn al verloofd, soms zonder dat ze het zelf weten. Door de gewelddadige conflicten in de regio is er meer armoede en wordt het probleem van kindhuwelijken nog groter.
De Zuid-Sudanese Rebeca (18), Joyce* (12), Martha (13) en Gayin (18) vertellen over hun ervaringen tijdens deze humanitaire crisis.
Rebeca: “Met een opleiding kan ik alles”
Toen het dorp van Rebeca (18) werd aangevallen door gewapende mannen, vluchtten de dorpsbewoners de jungle in om te ontsnappen. Na een maand keerden ze terug, maar er was niks meer van hun thuis over. Veel families ontvangen nu voedselpakketten van Plan International en het Wereldvoedselprogramma om te kunnen overleven.
Rebeca vertelt over de situatie waar ze zich nu in bevinden: “Niemand heeft voedsel kunnen verbouwen door de overvallen en overstromingen. We hebben geen echt werk en dus ook geen geld voor schoenen of kleding. Kinderen kunnen niet naar school. Die zijn nu gesloten vanwege corona, maar als ze weer opengaan ontbreekt het aan toiletten, banken, stoelen en goede leraren.”
Als ik een opleiding heb kan ik alles!
Zelfs als er wel lessen worden gegeven stoppen veel meisjes in Zuid-Sudan na groep vijf, omdat ze worden uitgehuwelijkt. Door de armoede en het voedseltekort kunnen ouders het gezin niet meer onderhouden. Ze hebben de bruidsschat nodig die ze voor het kindhuwelijk ontvangen. Rebeca werd uitgehuwelijkt voor zestig koeien. Maar ze had geluk; haar echtgenoot begreep het belang van onderwijs en hij stemde ermee in dat Rebeca tot groep acht op school kon blijven.
“Dat is hier heel ongebruikelijk. Ik mocht naar school en het examen afleggen. Ik was één van maar drie meisjes die het examen deed in mijn dorp. Met een opleiding kan ik alles!”
Lees hier over drie manieren waarop meisjes thuis kunnen lerenJoyce*: Door voedseltekort niet naar school
De twaalfjarige Joyce* gaat sinds december 2019 niet meer naar school door de verwoestende overstromingen in Pibor. De moeder van Joyce moest nieuw werk zoeken in een nabijgelegen dorp. Ze werkt nu de hele dag op de markt zodat ze geld kan verdienen om eten te kopen en komt pas ’s avonds laat thuis.
Het is nu de verantwoordelijkheid van Joyce om voor het huishouden te zorgen als haar moeder weg is. Ze moet water en brandhout in huis halen en ze kookt en verzorgt haar zes broertjes en zusjes. Soms kan Joyce naar een noodschool, maar ze mist haar oude klas enorm. “Eén van mijn vriendinnen zie ik misschien nooit meer terug, want ze is ontvoerd door gewapende mensen die ons dorp aanvielen.”
Het tienjarige broertje van Joyce ging naar een school in de stad Pibor, voordat de scholen sloten vanwege de coronapandemie. Joyce is thuis het oudste kind en een meisje, dus haar ouders gaven haar die kans niet. Zij kreeg de verantwoordelijkheid voor het gezin wanneer haar ouders uit huis waren om geld te verdienen.
De moeder van Joyce legt uit dat ze het liefst al haar kinderen naar school zou sturen. Maar als ze doet, dan zou ze moeten stoppen met werken en het gezin kan haar inkomen niet missen. “Ik vind onderwijs ontzettend belangrijk. Als de scholen weer open gaan en de vrede is teruggekeerd dan stuur ik mijn dochter weer naar school.”
* De naam van het meisje is veranderd om hun identiteit te beschermen.
Martha: “Ik weet dat ik uitgehuwelijkt word als de scholen niet snel open gaan”
Sinds maart 2020 kan Martha (13) niet naar school omdat de scholen gesloten zijn vanwege de coronapandemie. Een paar maanden na het sluiten van de scholen werd haar dorp aangevallen door gewapende rebellen. Huizen werden leeggeroofd en de bewoners werden gedwongen om te vluchten. Martha woont nu met haar familie in tijdelijk opgezette tenten; hun huis werd tijdens de aanval vernield.
Rebecca, de moeder van Martha, legt uit dat ze vreest dat ze uiteindelijk geen andere keuze heeft dan haar dochter uit te huwelijken, als het voedseltekort erger wordt. Met de bruidsschat die ze ontvangt zou ze de rest van het gezin kunnen voeden en de twee zusjes en broertjes van Martha naar school kunnen sturen. Martha voelt die druk zelf ook: “Op mijn leeftijd weet ik dat ik uitgehuwelijkt kan worden als de scholen niet snel opengaan. Mijn echtgenoot kan elke jongen of man zijn, zolang mijn ouders hem maar goed vinden.”
Er zijn kinderen die hun best doen om thuis onderwijs voort te zetten door lessen via de radio te volgen, maar dit is vaak niet mogelijk op het platteland of voor kinderen die zijn gevlucht. Martha kan nu ook geen lessen volgen: “We konden eerst naar tijdelijke scholen, maar bij de aanval op ons dorp is alles verwoest dus blijf ik nu thuis.”
Sommige ouders erkennen het belang van onderwijs en laten hun dochters het huwelijk uitstellen zodat ze langer naar school kunnen gaan. Maar nu de scholen gesloten zijn is dat geen optie. “Op dit moment is er vrede en ik hoop dat het zo blijft, zodat de kinderen weer naar school kunnen terwijl wij als ouders ons best doen om voor ze te zorgen”, zegt Rebecca. “Als meisjes op school zitten komen mannen ze niet halen voor het huwelijk.”
Gayin: Ik heb mijn echtgenoot overtuigd om me naar school te laten gaan
Als kind werd Gayin (18) uitgehuwelijkt, maar haar situatie is uitzonderlijk: ze heeft haar echtgenoot weten te overtuigen om haar terug naar school te laten gaan. Ze is een van de minder dan honderd meisjes in Pibor die in februari 2021 eindexamen deden voor hun basisschooldiploma.
Het is een culturele verplichting om te trouwen met een man die voor mij is uitgekozen.
“Toen ik vijftien was besloot mijn familie dat ik bij mijn echtgenoot moest gaan wonen. Ik werd uitgehuwelijkt. Het is een culturele verplichting om te trouwen met een man die voor mij werd uitgekozen toen ik nog een kind was. Ik ben ontzettend blij dat ik toch terug naar school kon gaan. Gelukkig heb ik een echtgenoot die me steunt en begrijpt welke waarde onderwijs voor mijn kinderen zal hebben.”
James (45) trouwde met Gayin terwijl hij al een andere vrouw en kinderen had. Ook James zag het huwelijk met Gayin als een culturele verplichting, maar hij wil haar ontwikkeling niet in de weg staan.
Ondanks dat Gayin al ver is gekomen, is ze bang dat ze haar studie niet kan voortzetten. Door het gewelddadige conflict in Pibor zijn Gayin en James in het afgelopen jaar al drie keer verhuisd, uit angst voor aanvallen en ook nog door overstromingen. Het is moeilijk om onderwijs te volgen als ze steeds weer naar een andere plek gaan.
Wil je meer van dit soort verhalen lezen? Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief!Wat doet Plan International
Het extreme voedseltekort in Zuid-Sudan vraagt om snelle actie. Plan International deelt voedselpakketten van het Wereld Voedselprogramma (WFP) uit in de zwaar getroffen regio’s. Samen met het WFP hebben we al meer dan 78.000 mensen kunnen helpen met levensreddende voedselvoorraden, behandeling voor ondervoeding en tijdelijke leercentra. Wij breiden onze activiteiten in Pibor en omgeving zo snel mogelijk uit om meer mensen van eten te voorzien, te beschermen en om tijdelijke scholen op te zetten.