Eén jaar conflict in Sudan: zo ziet het leven van meisjes op de vlucht eruit
Sinds het uitbreken van de strijd in Sudan, nu bijna een jaar geleden, zijn bijna 8 miljoen Sudanezen op de vlucht geslagen. Meer dan 560.000 mensen staken de grens over naar Zuid-Sudan. De meeste van hen kwamen terecht in een opvangcentrum in Renk, tien kilometer vanaf de Sudanese grens. En er komen nog elke dag meer mensen aan dan dat er vertrekken.
“We hoorden elke dag schoten en zagen de rook van de gevechten”, vertelt de vijftienjarige Marian, die vanuit Sudan naar Renk vluchtte. “Het was verschrikkelijk en we waren bang.”
Een veilige plek?
Marian en haar familie werden gedwongen te vluchtten toen hun huis verwoest werd door gewapende groepen. Vijf maanden lang doken ze op verschillende plekken onder. “We waren op zoek naar een veilige plek. Uiteindelijk besloten we de grens naar Renk over te steken, omdat we daar eten en onderdak konden krijgen, en omdat er vrede is.”
Opvangcentrum onder grote druk
Maar het leven in Renk is onzeker en zwaar. Het opvangcentrum, dat bedoeld is als tijdelijke opvangplek en capaciteit heeft voor zo’n 4.000 mensen, staat onder grote druk. Inmiddels maken meer dan 23.000 vluchtelingen gebruik van het centrum. Nieuwe opvangplekken zijn hard nodig, maar daarvoor is er niet voldoende geld en door vertraagde leveringen is het moeilijk om aan materiaal te komen.
We hoorden elke dag schoten en zagen de rook van de gevechten.
De omstandigheden in het centrum zijn slecht en komen door de aanwas van nieuwe vluchtelingen alleen maar verder onder druk te staan. Door overstromingen is het gebied moeilijk te bereiken, er wordt gevreesd voor uitbraken van infectieziekten en de vluchtelingen die uitgeput het centrum bereiken, lopen kans ondervoed te raken nu eten en water steeds schaarser worden. Ook de gezondheidszorg in Renk is niet op orde, met name voor zwangere vrouwen of vrouwen die slachtoffer worden van seksueel geweld.
Kinderen en jonge vrouwen lopen in deze situatie extra risico. Het grote aantal kinderen en jonge vrouwen dat alleen aankomt in Renk baart Plan International zorgen. Met name ook omdat deze groepen het meest kwetsbaar zijn voor seksueel uitbuiting en misbruik.
Geen eten
De zeventienjarige Sara* woonde in Khartoem toen de oorlog uitbrak. “De soldaten kwamen ons huis binnen en schoten mijn vader dood, omdat hij probeerde te voorkomen dat de soldaten ons meenamen”, vertelt ze. “Nadat ze mijn vader vermoord hadden, verkrachtten ze me. Daardoor raakte ik zwanger.”
Sara’s buren hielpen haar en haar broertjes en zusjes de grens naar Renk over te steken. Eenmaal daar kwam de zorg voor haar broertjes en zusjes volledig bij Sara te liggen. Voor eten waren ze afhankelijk van de buren, die zelf ook maar weinig te eten hadden.
Ik kan geen kleren voor mijn baby kopen en omdat ik niks te eten heb, produceer ik geen melk. De baby huilt dag en nacht.
“Mijn zwangerschap was heel zwaar”, vertelt Sara. “Uiteindelijk beviel ik na zeven maanden, met de hulp van een buurvrouw.” En ook ze zorg voor de baby is erg moeilijk. “Ik kan geen kleren voor mijn baby kopen en omdat ik niks te eten heb, produceer ik geen melk. De baby huilt dag en nacht.”
Ook de andere kinderen hebben honger, maar Sara is uitgeput en kan niet voor ze zorgen. Plan International ondersteunt Sara en andere vluchtelingen in Renk met contant geld en waardebonnen, zodat ze eten en andere benodigdheden kunnen kopen. Ook kreeg Sara zeep, emmers, dekens, muggennetten, jerrycans en kleertjes voor haar baby.
Noodhulp
Daarnaast voert Plan International in Renk noodhulpprogramma’s uit gericht op de bescherming van kinderen en jonge vrouwen, psychosociale steun en (nood)onderwijs. Ook bouwden we nieuwe (tijdelijke) opvangcentra. Deze bieden een slaapplaats, maar ook bescherming tegen hevige regenval en de hitte van de zon.
Bovendien zette Plan International in Renk kindvriendelijke opvangplekken op, waar kinderen veilig kunnen spelen en leren. De twaalfjarige Lena gaat bijna elke dag. Ook zij ontvluchtte samen met haar familie het geweld in Sudan. “Ik kan hier met mijn vriendjes spelen”, vertelt ze. “Het liefst dans ik met hen. Maar ook de poppen vind ik leuk! Er zijn hier veel poppen en andere dingen om mee te spelen.”
Door te spelen in de kindvriendelijke centra kunnen kinderen de verschrikkingen van het conflict tijdelijk achter zich laten en nieuwe vriendjes maken. Hier krijgen ze een stukje van hun normale leven terug. Ook worden in het centrum trainingen aangeboden voor jongeren, waarin ze nieuwe vaardigheden kunnen opdoen.
*Naam gewijzigd om de identiteit van het meisje te beschermen