“De wet tegen besnijdenis moet er komen”
“We hopen dat ze haar lijden kan dragen’, dat is wat mensen hier zeggen als er een meisjesbaby is geboren. Bij het vrouw-zijn hoort lijden. Als je ongesteld bent en je kunt niet naar school van de pijn, dan zegt je moeder dat je flink moet zijn en moet doorbijten. Pijn hoort erbij”. Djaminatou (45) legt uit hoe het is voor meisjes in Mali om op te groeien. Zelf werd ze besneden toen ze nog jong was. Nu is ze voorlichter en strijdt ze tegen meisjesbesnijdenis in haar land.
“Besnijdenis is een vorm van geweld tegen meisjes en vrouwen. Een combinatie van traditie en religie houdt het in stand. Terwijl religie er niets mee te maken zou moeten hebben. Maar als imams zeggen dat de profeet besnijdenis voorschrijft, dan gehoorzamen mensen daaraan. Ze geloven dat een meisje losbandig wordt als ze niet besneden is. Het is daarom belangrijk dat mensen goed worden voorgelicht.”
Ze geloven dat een meisje losbandig wordt als ze niet is besneden.
Rode draad
“De strijd tegen besnijdenis loopt als een rode draad door mijn leven. Al in 1983 heeft mijn vader besloten dat zijn dochters niet meer zouden worden besneden. Voor mij was het helaas te laat. Ik ben geboren in 1973 en bij mij was het al gebeurd, maar mijn jongere zussen hebben geluk gehad. In die tijd was dat heel vooruitstrevend. In het begin maakte ik met mijn vriendinnetjes grapjes over mijn zusjes die niet besneden waren. We noemden ze ‘Blagoro’. Dat betekent jongensmeisje.”
Zware zwangerschappen
“Tegenwoordig is meisjesbesnijdenis in mijn dorp helemaal gestopt. Dit komt door een combinatie van goede voorlichting en de persoonlijke motivatie van invloedrijke mensen. De imam is zo iemand. Ik haal ook motivatie uit mijn eigen ervaringen. Ik had drie erg zware zwangerschappen door mijn besnijdenis. De laatste twee keer moest ik een keizersnee ondergaan, waarbij mijn baby’s het niet overleefden. Ik kan nu ook nooit meer kinderen krijgen. Ik heb gelukkig één gezonde dochter, maar het doet nog steeds pijn.”
Lees ook het verhaal van de imam uit Djaminatou’s dorpBegrip en herkenning
“Steeds meer mensen zien in dat besnijdenis verkeerd is. Tijdens een voorlichting laat ik films en foto’s zien waardoor mensen met de neus op de feiten worden gedrukt. Na een bijeenkomst willen vrouwen mij vaak nog even apart spreken. ‘Eindelijk weet ik wat er met mij aan de hand is’, zeggen ze dan. Ze hebben bijvoorbeeld problemen met plassen of pijn bij het vrijen, maar legden niet het verband met hun besnijdenis. Laatst kwam er een man naar me toe. Hij zei: ‘Mijn vrouw heeft veel last van cystes. Ik dacht altijd dat kwade geesten haar ergens voor wilden straffen. Nu weet ik dat zij er niks aan kan doen.”
Ik dacht altijd dat kwade geesten haar ergens voor wilden straffen.
Pleiten en lobbyen op alle niveaus
“Mijn grootste uitdaging in de strijd tegen besnijdenis is om het voor elkaar te krijgen dat er een wet komt die besnijdenis verbiedt. Alleen dan kunnen we echt een einde maken aan besnijdenis. Daarvoor moeten we lobbyen en pleiten op alle niveaus. Bij de overheid, in het parlement, in de dorpen en in de gemeenschappen.
Het probleem is dat politici zich drukker maken om hun eigen positie dan om het algemeen belang. Ze zijn bang dat ze niet meer gesteund worden door conservatieve kiezers als ze deze controversiële wet doorvoeren. Daarom hebben we de hulp nodig van internationale samenwerkingspartners. Ook zij moeten lobbyen bij onze overheid.”
Gedrag veranderen
“Lobby kan alleen succesvol zijn als er intussen gedragsverandering plaatsvindt bij de mensen zelf. Anders zeggen de tegenstanders van de wet dat we geen steun hebben van de Malinese bevolking. Het is dus essentieel dat we zo veel mogelijk dorpen bereiken met voorlichting. Er zijn nu nog te veel dorpen waar nog nooit voorlichting is gegeven.”
Grootmoeders
“En natuurlijk moeten we de grootmoeders erbij betrekken, omdat zij hun kleindochters begeleiden bij de besnijdenis. Maar het is niet altijd makkelijk om ze naar bijeenkomsten te krijgen. Ze voelen zich gegeneerd om over dit onderwerp te praten of ze willen het probleem niet inzien. ‘Ik ben besneden en ik heb zonder moeite negen kinderen op de wereld gezet’, zeggen ze dan. Mijn eigen oma heeft moderne opvattingen. Ze was enorm opgelucht toen ze hoorde dat ik mijn dochter niet wil laten besnijden.”
Lees ook hoe Plan strijdt tegen meisjesbesnijdenis in Mali
Gezondheidsproblemen
Djaminatou’s oma heet Aminata. Ze is 95 jaar, misschien wel 97. Ze heeft bijna al haar kleinkinderen zelf naar de besnijdster gebracht. “Ik heb nooit het verband gelegd tussen latere gezondheidsproblemen en besnijdenis. Ik dacht dat er hekserij in het spel was”, legt de oude vrouw uit. “Niet alleen grootmoeders, ook moeders verdienen extra voorlichting”, vult Djaminatou aan. “Zij zijn de grootmoeders van de toekomst. Het begint ermee dat moeders mondiger worden. Ze zorgen voor de kinderen en het huishouden, maar ze moeten meer hun mening laten horen binnen het gezin. En daarom moet je juist ook mannen en jongens benaderen. Zie je, besnijdenis is een zaak van iedereen.”
Dit doet Plan tegen meisjesbesnijdenis
Met projecten in onder andere Mali, Egypte, Ethiopië, Sudan en Kenia strijdt Plan al jaren tegen meisjesbesnijdenis. Plan geeft voorlichting over de gezondheidsrisico’s en de rechten van meisjes op het gebied van seksuele gezondheid en zelfbeschikking. Ook worden fabels en taboes de wereld uit geholpen tijdens voorlichtingsbijeenkomsten. Er wordt speciale aandacht gegeven aan grootmoeders, omdat zij vaak degenen zijn die besluiten om hun kleindochters volgens de traditie te laten besnijden. Plan werkt samen met besnijdsters, lokale chiefs, dorpsoudsten, religieuze leiders en andere rolmodellen om blijvende gedragsverandering te stimuleren. Ten slotte lobbyt Plan bij nationale en regionale overheden en bij parlementariërs om meisjesbesnijdenis strafbaar te stellen.