Zuid-Sudan: kinderen de dupe van honger en conflicten
“Het vuur moet wat hoger om de sorgo te koken”, zegt 4-jarige Eli terwijl ze in de vlammen blaast. Dit is de enige maaltijd die ze vandaag zal eten. Een handjevol korenzaden die al sinds vanmorgen op het steeds kleiner wordende vuurtje staan te pruttelen.
De rest van haar familie houdt de adem in bij het zien van het eten. Vijf broers en zussen, haar moeder (die borstvoeding geeft aan een tweeling), tante en oma moeten van dit kleine beetje voedsel leven.
Onlangs hebben de Verenigde Naties (VN) officieel hongersnood uitgeroepen in Zuid-Sudan. Daarnaast heeft het land al drie jaar te kampen met een burgeroorlog en een ernstige economische crisis. Naar schatting een miljoen Zuid-Soedanezen staan op de rand van de hongerdood, zo’n 100.000 mensen in de regio Unity hebben helemaal niets meer te eten en 270.000 kinderen zijn ondervoed. Gevreesd wordt dat de hongersnood zich de komende maanden alleen maar verder verspreidt.
Eli’s moeder Vivianna (33) moest samen met haar kinderen, moeder en zwangere zus hun huis ontvluchten toen de gevechten dichterbij kwamen. Ze vestigden zich in een verlaten dorp in Centraal Equitoria waar de gevechten al geweest waren.
Het grote gezin vreest elke daar voor het terugkeren van de gewapende mannen, maar zijn te verzwakt en te hongerig om naar Uganda te lopen. De meeste mensen uit hun dorp zijn al wel naar het buurland gevlucht. “Misschien sterven we onderweg van de honger, vooral mijn kinderen lopen gevaar”, zegt Vivianna. Niet lang na aankomst in het verlaten dorp, kreeg Vivianna’s zus een miskraam. “We moeten blijven tot ze beter is. Dan zullen we beslissen wat we doen.”
Dankzij noodhulp in de vorm van voedsel en enkele huishoudelijke gebruiksvoorwerpen zoals een pan, lukt het de familie om elke keer weer een dag te overleven. Maar met slinkende voedselvoorraden en toenemende spanningen in het gebied, is het onzeker wat de morgen zal brengen.
Vivianna vraagt zich elke dag af of haar kinderen zullen overleven. “Is er voldoende voedsel? Zijn we veilig? Moeten we proberen om de reis naar buurland Uganda te maken? Ik weet het niet.” Eli’s maakt zich vooral druk om haar borrelende pot sorgo en wanneer het klaar zal zijn om te eten.
Het merendeel van de kinderen in het dorp is ernstig ondervoed en heeft dringend hulp nodig om te overleven.