“Meisjesbesnijdenis zal ons niet langer uiteen drijven”
Het is vroeg in de ochtend als dertig meisjes zich verzamelen in een dorp in Guinee. Sommigen zijn besneden, anderen niet. Ze zijn op een Plan-bijeenkomst om het gesprek met elkaar aan te gaan en elkaar beter te begrijpen en te accepteren.
Vooral dat laatste is niet vanzelfsprekend hier. “In de Guineese gemeenschap zijn onbesneden meisjes een grote uitzondering”, vertelt Marie-Rose, een van de vrijwilligers van het project. “Onbesneden meisjes worden vaak gepest en beledigd. Ze worden onrein genoemd. Op school worden zij vaak niet geaccepteerd. Door te praten over meisjesbesnijdenis pakken we deze vooroordelen aan.”
Verschillende verhalen
De meiden stellen vragen aan elkaar en aan de ouders die zijn meegekomen naar de bijeenkomst. Ze praten over de vooroordelen rondom meisjesbesnijdenis, waarmee ze dagelijks te maken krijgen. Nanfadima (18) en Bintou (13) zijn beiden lid van de groep. Ze komen uit hetzelfde dorp, maar hebben twee totaal verschillende verhalen.
Ik heb vaak pijn en ik weet dat dit voor de rest van mijn leven effect op mij zal blijven houden.
Twijfels bij de traditie
Nanfadima werd besneden op haar vijfde. “Er werd mij verteld dat ik het bos in ging voor een inwijdingsritueel. Eenmaal daar werd ik besneden. Nu, dertien jaar later, heb ik er nog steeds last van. Ik heb vaak pijn en ik weet dat dit voor de rest van mijn leven effect op mij zal hebben.”
Nanfadima heeft grote twijfels bij de traditie. Mensen zien haar daarom als een verraadster. Ze is er wel trots op dat zij is ingewijd en nu alle geheimen van het vrouw zijn kent. “Maar dit betekent niet dat ik beter ben dan onbesneden meisjes. Ik ben blij dat zij zijn ontsnapt aan hun besnijdenis.”
Onbesneden en onbegrepen
Bintou vertelt verlegen dat zij dankzij haar vader niet is besneden. “Hij liet het niet toe, want hij kende de risico’s. Maar de rest van mijn familie is er erg boos over. Mijn tantes willen niet meer met hem praten.” Bintou merkt dat veel mensen in haar omgeving vinden dat ze wel moet worden besneden. Ze wordt vaak geplaagd door andere meisjes, buren en familieleden. “Dat is niet eerlijk. Maar ik ben, ondanks dat, blij dat ik niet ben besneden.“
Lachen, dansen en bidden
Tijdens de bijeenkomst staan de vijftien onbesneden meisjes tegenover de vijftien besneden meisjes. Daarna mixen ze met elkaar; ze nemen elkaar bij de arm en lachen en kletsen met elkaar. Het is nog maar lastig te zien wie nu bij welke groep hoorde. Samen dansen en zingen ze. Als de muziek stopt neemt een jonge moslima de microfoon en doet een kort gebed. Ze bidt voor bescherming van alle meisjes. Een christelijk meisje neemt de microfoon over. Ook zij doet een gebed.
Lees ook: Meisjesbesnijdenis, weet jij de fabels van de feiten te onderscheiden?
Meer kennis door toneel
De groep meisjes voert vervolgens een toneelstuk op. Ze hebben het samen geschreven. Het is een verhaal over een meisje dat zich verzet tegen meisjesbesnijdenis. Het stuk eindigt positief: de besnijdenis wordt voorkomen. De aanwezige ouders kijken trots toe. Maar niet alle ouders zijn gekomen; sommigen zijn tegen de activiteiten. Plan organiseert de toneelstukken en andere activiteiten om de mensen in het dorp te informeren over de gevaren van besnijdenis.
Aan het einde van het evenement nemen de meisjes foto’s met hun telefoons en klappen uitbundig. Muziek galmt uit de speakers en ze dansen vrolijk. In de tijd van hun moeders had dit nooit gekund. Een jong meisje lacht: “Wij zijn een andere generatie. Meisjesbesnijdenis zal ons niet langer uit elkaar drijven.” Ze voegt zich bij haar vriendinnen. Vrolijker dan ooit tevoren.
Lees alles over meisjesbesnijdenis in ons dossierPlan blijft strijden tegen meisjesbesnijdenis
Sinds 2007 is het in 19 districten in Guinee verboden om meisjes te laten besnijden, mede dankzij de projecten van Plan. Duizenden meisjes in deze regio weten hierdoor aan de schadelijke traditie te ontsnappen. Toch is meisjesbesnijdenis nog steeds een wijdverspreid fenomeen in Guinee en andere ontwikkelingslanden. Plan strijdt hiertegen door middel van het opzetten van meisjesclubs zoals die in Guinee, het geven van voorlichting aan ouders en traditionele besnijdsters en het lobbyen voor betere wet- en regelgeving en de handhaving ervan.