Wereldwijd onderzoek: Meisjesactivisten doelwit van intimidatie en geweld
Onderzoek van Plan International toont aan hoe meisjesrechtenactivisten door seksisme, stigma en geweld het zwijgen worden opgelegd
Amsterdam, 4 oktober – Uit internationaal onderzoek van Plan International blijkt dat meisjesactivisten wereldwijd te maken krijgen met discriminatie en geweld wanneer zij opkomen voor hun rechten. Het onderzoek, waaraan ruim duizend jonge, vrouwelijke activisten uit 26 landen deelnamen, legt bloot hoe jonge vrouwen slachtoffer worden van stigma, intimidatie, online haat en fysiek geweld wanneer zij campagne voeren voor gendergelijkheid. Het rapport wordt gepubliceerd in aanloop naar 11 oktober, de dag die op initiatief van Plan International door de Verenigde Naties is uitgeroepen tot Wereldmeisjesdag.
Onder activisme verstaan jonge vrouwen bijvoorbeeld het bijwonen van protesten, lobbyen bij beleidsmakers, debatten organiseren, petities tekenen en actievoeren via sociale media. Zij spreken zich uit over thema’s die meisjes en jonge vrouwen aangaan, zoals gendergerelateerd geweld, seksuele rechten, kindhuwelijken en politieke inspraak. Het onderzoek, waaraan 1.040 jonge, vrouwelijke activisten (leeftijd 15 – 24 jaar) deelnamen, is een van de grootste onderzoeken naar meisjesrechtenactivisme tot nu toe.
Opkomen voor meisjesrechten is moeilijk en gevaarlijk
Meisjesrechtenactivisme is niet zonder risico, zo blijkt uit het rapport: jonge, vrouwelijke activisten krijgen te maken met mishandeling, intimidatie en haatreacties als methoden om hen het zwijgen op te leggen. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek:
- Het merendeel van de jonge vrouwen (61%) deed negatieve ervaringen op tijdens haar activisme. Deelnemers noemen seksuele intimidatie, lastercampagnes, dreigementen en fysiek geweld als methoden om meisjesactivisten in een kwaad daglicht te stellen.
- 1 op de 5 meisjesactivisten (17%) heeft gevreesd voor haar veiligheid. In Nederland is dit 12%.
- Ruim een kwart (27%) raakte ontmoedigd door negatieve reacties uit de directe omgeving, waaronder van familie en vrienden. Zij worden bijvoorbeeld neergezet als ‘slechte partners’ of ‘slechte moeders’.
- 15% kreeg te maken met online intimidatie, waaronder seksistisch en haatdragend commentaar.
- 1 op de 4 deelnemers kampte met angst- of piekerklachten tijdens haar activisme. Sommigen hielden post-traumatische stress of depressies over aan hun activisme.
- Een kwart van de meisjesactivisten kampt met een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen, mede doordat zij constante kritiek ontvangen en gezien worden als minder gekwalificeerd dan mannen.
- 11% is vanwege negatieve ervaringen helemaal gestopt met actievoeren. Het merendeel zet haar activisme voort, maar onderneemt maatregelen. Zij zoeken bijvoorbeeld mannelijke medestanders op, kiezen hun woorden zorgvuldiger of zorgen dat zij niet meer vindbaar zijn op het internet.
“Als je problemen van meisjes en vrouwen aankaart, dan krijg je reacties als ‘Oh, zij wil gelijk zijn aan mannen. Hoe kan ze dat zeggen? Ze is brutaal, ze zou haar mond moeten houden’. Door diepgewortelde taboes mogen vrouwen niet deelnemen aan besluitvorming, laat staan hun stem verheffen over problemen in de samenleving.” – Degan (22, Somalië)
Positieve impact van activisme
Hoewel jonge activisten het slachtoffer worden van stigmatisering, intimidatie en geweld, zegt 95% dat hun activisme ook positieve effecten heeft gehad. Zo geven jonge vrouwen aan dat zij kindhuwelijken hebben voorkomen, succesvol hebben gelobbyd voor vrouwenquota in de politiek en onderwerpen als genitale verminking, seksueel geweld en menstruatiearmoede hebben weten te agenderen.
Garance Reus-Deelder, directeur Plan International: “Meisjes en jonge vrouwen die opkomen voor hun rechten krijgen nog altijd te horen dat ze geen eigen mening mogen hebben en mannen niet moeten tegenspreken. Met seksuele intimidatie, smaad en geweld worden zij de mond gesnoerd. Wereldwijd stagneert de voortgang op gendergelijkheid en het zelfbeschikkingsrecht staat steeds vaker ter discussie. Het is cruciaal dat we jonge, vrouwelijke activisten een podium bieden, zodat zij de uitsluiting en het geweld kunnen agenderen waar meisjes en jonge vrouwen wereldwijd slachtoffer van worden.”
Activisme steeds minder getolereerd
Eerder onderzoek door de Verenigde Naties onder honderden jonge actievoerders illustreerde al hoe meisjesactivisten in het bijzonder slachtoffer worden van stigma, patriarchale normen en dreigingen van (seksueel) geweld. Daarbovenop komt een jarenlange verslechtering van de democratie wereldwijd die de vrijheid van meningsuiting in veel landen aantast: in het bijzonder in het Midden-Oosten, Latijns-Amerika en Noord-Afrika zijn verslechteringen zichtbaar.*
Wanneer landen minder democratisch worden en vrijheden worden ingeperkt, groeit ook het verzet tegen meisjes- en vrouwenrechten en dreigen overwinningen op het gebied van gendergelijkheid teruggedraaid te worden. Seksuele en reproductieve rechten staan in het bijzonder onder druk, merken meisjesactivisten op, doordat een groeiende anti-rechtenbeweging zich steeds sterker verzet tegen meisjesrechten:
“Ethiopië heeft progressieve wetgeving op het gebied van abortuszorg, maar sinds Roe versus Wade omvergeworpen is, wint de anti-rechtenlobby ook hier terrein. Dat motiveert me om te vechten voor seksuele rechten.” – Etenesh (24, Ethiopië)
Gendergelijkheid en activisme onlosmakelijk verbonden
Uit eerder onderzoek van Plan International blijkt dat de voortgang op het gebied van gendergelijkheid wereldwijd stagneert. Door middel van campagnes, protesten en lobby kunnen meisjesactivisten de publieke opinie beïnvloeden en invloed uitoefenen op gendergelijkheidswetten. Hun vrijheid van meningsuiting is cruciaal in de strijd voor gendergelijkheid, benadrukt Plan International met het rapport. De jonge activisten uit het onderzoek doen een oproep aan beleidsmakers en machtshebbers om een veilig klimaat te garanderen voor meisjesrechtenactivisme. Zij pleiten in het bijzonder voor het bieden van tegenwicht aan de sterke anti-rechtenbeweging en het bestrijden van genderdiscriminatie.
Publicaties
- Volledig onderzoeksrapport (Engels)
- Onderzoekssamenvatting (Nederlands)
- Factsheet met Nederlandse data
Over het onderzoek
Aan het onderzoek deden 1.040 jonge, vrouwelijke activisten mee (leeftijd 15 – 24 jaar) uit Ethiopië, Jordanië, Kenia, Libanon, Malawi, Somalië, Zimbabwe, Burkina Faso, Togo, Sierra Leone, Nigeria, Australië, Bangladesh, Japan, Nepal, de Filippijnen, Thailand, Vietnam, Duitsland, Ierland, Nederland, Brazilië, Dominicaanse Republiek, Guatemala, Paraguay en Canada. De landen zijn geselecteerd op diversiteit wat betreft geografie, inkomensniveau en CIVICUS status.
Noot voor de redactie
Tussen 2 en 11 oktober zijn meisjesrechtenactivisten uit het Midden-Oosten, West-Afrika en Oost-Afrika in Nederland. Op 10 oktober overhandigt Natanim, een 20-jarige Ethiopische activist, het rapport aan de Tweede Kamer in Den Haag. Neem contact op met Anniek Groothuis (06-41026557) of via pers@planinternational.nl voor vragen of interviewverzoeken.
Over Plan International
Plan International is een ontwikkelingsorganisatie die zich vanuit meer dan 80 landen wereldwijd inzet voor kwetsbare kinderen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten, met speciale aandacht voor meisjes en jonge vrouwen. Plan International doet dit door de achtergestelde positie van meisjes en jonge vrouwen op te heffen zodat zij dezelfde kansen en rechten hebben als jongens. Zo werkt Plan International, met de steun van duizenden sponsors, bedrijven en (institutionele) donoren aan een beter leven voor kwetsbare kinderen en jongeren in landen wereldwijd.
* Bronnen: Verenigde Naties, Global Report on Protecting Young People in Civic Space (2021); The Economist, The Economist Democracy Index (2023)