‘’Meisjes moeten bij de Verenigde Naties mee kunnen praten over duurzame ontwikkeling in hun land’’
In 2015 werden de Sustainable Development Goals (SDGs) vastgesteld door de Verenigde Naties (VN): gezamenlijke doelen van de lidstaten voor duurzame ontwikkeling. Er zijn 17 doelen, waaronder gendergelijkheid, gelijkwaardig en kwalitatief onderwijs voor iedereen en het uitbannen van alle vormen van armoede. Jaarlijks komen alle VN-lidstaten bij elkaar om de voortgang van de SDGs te bespreken en rapporteren een aantal landen over hun eigen voortgang. Dit gebeurt tijdens het High Level Political Forum van de Verenigde Naties (VN), dit jaar van 7 tot 17 juli. Vanwege de COVID-19 pandemie vindt het forum dit jaar geheel virtueel plaats. Dit jaar is het thema ‘Accelerated action and transformative pathways: realizing the decade of action and delivery for sustainable development’, oftewel: versnelde actie om de SDGs in 2030 te behalen.
Maar liefst zes jongerenlobbyisten van de Girls Advocacy Alliance (GAA) doen online mee met verschillende sessies om zich hard te maken voor de rechten van meisjes en jonge vrouwen. Shakina (21) uit India is er dit jaar bij: ‘’Meisjes moeten mee kunnen praten bij de Verenigde Naties over duurzame ontwikkeling van hun land’’. Al eerder zijn jongerenlobbyisten van de GAA uitgenodigd om bij het HLPF hun zegje te komen doen en ook zij sluiten dit jaar weer aan om hun ervaringen te delen.
Girls Advocacy Alliance
De jongeren maken deel uit van de Girls Advocacy Alliance; een samenwerking van Plan International, Defence for Children – ECPAT, Terre des Hommes en het ministerie van Buitenlandse Zaken. De alliantie pakt geweld tegen meisjes en jonge vrouwen aan en zet zich in om de (economische) positie van meisjes en jonge vrouwen te verbeteren door lobby en beleidsbeïnvloeding op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Dat de GAA-jongerenlobbyisten sinds 2 jaar worden uitgenodigd door de VN is de kers op de taart.
Overheden verantwoordelijk houden voor meisjesrechten
De jongeren, die tussen 7 en 17 juli in actie komen, komen uit Nepal, Uganda, India, Liberia, Kenia, Bangladesh, Sierra Leone, Ghana en de Filipijnen. In al deze landen is geweld tegen meisjes en vrouwen een groot probleem en hebben meisjes en vrouwen vaak minder kansen dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Het HLPF is de uitgelezen kans om hun overheden verantwoordelijk te houden en om aan te geven wat nodig is om de positie van meisjes te verbeteren.
Verder gaan zij in deze twee weken met zoveel mogelijk invloedrijke mensen om tafel die zich bezighouden met de rechten van kinderen en jongeren. Een voorbeeld daarvan is de Special Representative on Violence against Children van de VN, Najat Maalla M’jid. Zij zet zich binnen de VN in om geweld tegen kinderen uit te bannen. Ook de VN Youth Envoy Jayathma Wickramanayake en de Youth Envoy van de Afrikaanse Unie Aya Chebbi willen de jongeren spreken. Daarnaast hebben de jongeren een overleg met de Deputy Secretary General van de VN, Amina Mohammed.
Extra zorgen om meisjes tijdens coronacrisis
Plan International maakt zich ernstige zorgen om de impact van de coronacrisis op meisjes en jonge vrouwen. Meisjes zijn tijdens crises extra kwetsbaar en staan als het gaat om thuisonderwijs, voedsel en veiligheid in veel landen nog steeds achteraan in de rij. De Wereld Bevolkingsorganisatie (UNFPA) voorspelde dat er door de coronacrisis 13 miljoen meer kindhuwelijken bij zullen komen. Door de lockdowns neemt armoede toe en je dochter uithuwelijken betekent één mond minder te voeden. De jongerenlobbyisten zullen dit tijdens het HLPF benadrukken en vertellen over wat zijzelf om zich heen zien gebeuren én hoe dat moet worden opgelost. Reneka (21) uit Bangladesh: ‘’Huiselijk geweld tegen vrouwen neemt toe en veel mensen hebben geen inkomen meer. De situatie voor meisjes en vrouwen wordt hierdoor onveiliger en ze hebben ook minder toegang tot bijvoorbeeld maandverband.