Lobbywerk Girls Advocacy Alliantie werpt vruchten af
In de Girls Advocacy Alliantie (GAA) werkt Plan International samen met Terre des Hommes en Defence for Children – ECPAT en het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het uitbannen van geweld tegen meisjes en jonge vrouwen en aan het versterken van hun economische kansen door middel van lobby en advocacy. Het programma loopt van 2016 – 2020 en wordt uitgevoerd in tien landen: Ethiopië, Sierra Leone, Liberia, Ghana, Kenia, Uganda, India, Bangladesh, Nepal en de Filipijnen. We blikken terug op het tweede jaar van de alliantie.
In het tweede jaar (2017) van de GAA hebben de lokale partners die het programma uitvoeren in de tien landen laten zien dat het lobbywerk op veel fronten vruchten begint af te werpen. In de meeste landen is er wel sprake van wet- en regelgeving ten gunste van de positie van meisjes en jonge vrouwen, maar is de naleving ervan weerbarstig. Er zijn veel resultaten geboekt op een betere uitvoering en handhaving van deze wetten. Dit door onder andere politici, politie, maatschappelijke organisaties, lokale en religieuze leiders aan te spreken, bewust te maken en te trainen. Ook jongeren zelf worden actief betrokken.
In het jaarverslag van de Girls Advocacy Alliantie (onderaan deze pagina) lees je alles over de voortgang, de belangrijkste veranderingen en de financiën van het programma. In totaal zijn er 400 tekenen, de zogenaamde ‘signs’, van verandering te zien die positieve en blijvende veranderingen voor meisjes en jonge vrouwen inhouden.
Een aantal van deze ‘signs’ zijn:
- In Uganda hebben GAA-partners en andere maatschappelijke organisaties de kans gekregen om samen met de overheid het nationale beleid tegen commerciële seksuele uitbuiting van kinderen te herzien.
- In Sierra Leone heeft het jarenlange lobbywerk van onder andere GAA-partners ertoe geleid dat het Ministry of Social Welfare, Gender and Children’s Affairs en het Ministry of Justice hun wetten op het gebied van Child Marriage gaan samenvoegen, waardoor het beleid eenduidig wordt.
- Religieuze leiders in onder andere Liberia en Sierra Leone hebben in hun dorpen en regio’s sociale normen ter discussie gesteld en verschillende maatregelen genomen tegen kindhuwelijken en kindhandel. Dit gebeurde nadat zij door GAA-organisaties bewust waren gemaakt van de schadelijke effecten van deze praktijken. Ook in Ghana en Nepal zijn religieuze en traditionele leiders in hun gemeenschappen de discussie aangegaan over seksueel geweld en misbruik.
- In Ghana hebben meisjes die lid zijn van meisjesclubs met hulp van GAA-partners een petitie aangeboden aan traditionele leiders en districtsbestuurders om de beperkingen voor onderwijs voor meisjes te beëindigen. De traditionele leiders zijn hierdoor belangrijke agents of change voor de inwoners van hun (kies)districten.
- Hoewel verandering in het bedrijfsleven een van de grootste uitdagingen blijft, zijn er ook stappen gezet. Op het regionale Azië niveau is er een Memorandum of Understanding (MoU) afgesloten met het International Tourism Partnership (ITP) met daarin aandacht voor de preventie van economische uitsluiting en seksueel geweld op de werkvloer. In Nepal werd een overeenkomst vastgesteld met de Nepalese Vereniging van Hotels (HAN) voor training en capaciteitsversterking en een Code of Conduct voor verantwoorde en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden.
- In Ethiopië heeft een aantal bedrijven uit textiel, tuinbouw, hotel en uitgaansleven fatsoenlijk en eerlijk werk voor vouwen op de agenda gezet. Deze bedrijven erkennen nu hun rol in bescherming van hun vrouwelijke werknemers tegen (seksueel) geweld en misbruik en in het creëren van kansen op werk voor jonge vrouwen.