Kinderen in Tigray hebben dringend hulp nodig

Zes maanden na het begin van het conflict in de regio Tigray in Ethiopië leven duizenden kinderen gescheiden van hun ouders. Ze worden opgevangen op noodlocaties, die vaak onveilig zijn en waar het ontbreekt aan voldoende medische hulp, voedsel en drinkwater. Ook gaan veel kinderen niet meer naar school. Plan International probeert onderwijs voor zoveel mogelijk ontheemde kinderen weer mogelijk te maken.

De situatie in Tigray en de aangrenzende regio’s Amhara en Afar is alarmerend. Meer dan twee miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen voor het geweld dat de regio teistert. In de overvolle opvangkampen is vaak een gebrek aan eten, schoon water, medische hulp, psychische ondersteuning, onderdak en sanitaire voorzieningen. Vooral de beschikbaarheid van voedsel is een steeds groter probleem. Hoewel informatie uit het gebied nog altijd schaars is, omdat veel delen van Tigray afgesloten zijn voor de buitenwereld, wordt de omvang van de (dreigende) hongersnood steeds meer duidelijk. Uit een rapport van de Verenigde Naties en diverse andere organisaties blijkt dat 350.000 mensen acute voedselhulp nodig hebben en dat voor nog eens twee miljoen mensen hongersnood op de loer ligt.

15 kilo tarwe per maand

De 13-jarige Bilen* leeft alleen in een opvangkamp in de regio Amhara. Ook haar grootste zorg is voedsel. Ze krijgt elke maand 15 kg tarwe van de overheid, maar dat is niet genoeg om te overleven. Familieleden, die in dorpen in de buurt wonen, komen af en toe wat extra eten brengen. “Ik eet nu elke dag hetzelfde en wat ik krijg is niet genoeg voor een persoon. Het is heel moeilijk om aan eten te komen in dit kamp”, vertelt Bilen.

Het leven in het opvangkamp is zwaar: “Ik voel me verdrietig omdat ik op mijn leeftijd al zoveel moet doorstaan. Veel kinderen kunnen door het voedseltekort en het gebrek aan hulp niet naar school.” Plan International zet zich in voor kinderen zoals Bilen. In samenwerking met lokale onderwijsinstanties worden er leermaterialen uitgedeeld en ontheemde kinderen naar lokale scholen gestuurd.

Naar groep 8

Al meer dan 3.000 kinderen in de regio krijgen dankzij Plan International weer onderwijs. Bilen is een van hen, en begint nu alsnog in groep 8: “Toen ik in het kamp kwam, kon ik niet meer naar school. Voordat het conflict begon zat ik in groep 7, maar moest ik halverwege het jaar stoppen door de coronacrisis. Doordat de gevechten uitbraken kon ik daarna niet meer terug naar de klas.”

Voor Bilen is het een lichtpuntje in een vreselijke situatie: “Ik ben heel bezorgd over wat er gaat gebeuren. Ons land moet ons helpen!” Ondanks alles kan Bilen nog dromen over de toekomst: “Ik wil later verpleegster worden, zodat ik mensen kan helpen die in een situatie zitten waar ik nu in zit.”

*De naam van het meisje is veranderd om haar identiteit te beschermen.