In crisissituaties zijn meisjes en vrouwen extra kwetsbaar: zet hun behoeftes op één
In crisissituaties schiet goede hulp voor mensen in de meest kwetsbare posities nog steeds tekort. Bescherming van vrouwen en meisjes, LHBTIQ-personen en mensen met een beperking zou meer prioriteit moeten krijgen, vinden leden van genderplatform WO=MEN, waaronder Plan International.
Het aantal mensen dat wereldwijd noodhulp krijgt is nog nooit zo hoog geweest: 339 miljoen mensen in 2023, waarvan ongeveer de helft vrouwen en meisjes. Dit aantal gaat naar verwachting volgend jaar stijgen – onder andere door de recente geweldsuitbarsting in Sudan – zoals het eigenlijk ieder jaar stijgt. Bij deze enorme aantallen is het dus extra zorgelijk dat groepen mensen in een kwetsbare positie niet de hulp krijgen die zij nodig hebben.
Kwetsbare positie
Zo hebben vrouwen minder vaak dan mannen betaald werk en de financiële middelen om in crisissituaties te overleven zonder hulp van buitenaf. Vrouwen en meisjes zijn ook extra kwetsbaar voor (seksueel) geweld in crisissituaties, maar juist in een crisis is het moeilijk psychosociale, medische en juridische steun te krijgen. Ook zijn veilige abortuszorg, anticonceptie en psychosociale zorg voor vrouwen die slachtoffer zijn geworden van bijvoorbeeld (seksueel) geweld tijdens een crisis van levensbelang. Ondanks deze kwetsbare positie wordt hun mening vaak niet meegenomen in de besluitvorming rondom noodhulp, omdat ze vrouw zijn.
Lokalisering
Nederland erkent deze problemen en voert allang gesprekken met humanitaire organisaties om hen aan te moedigen om gemarginaliseerde groepen beter te bereiken. Ook ziet het kabinet in dat het belangrijk is dat noodhulporganisaties samenwerken met lokale organisaties, omdat zij écht weten wat er speelt onder gemarginaliseerde groepen. Dit wordt ook wel ‘lokalisering’ genoemd. Volgens het kabinet zijn de door de VN geleide Country Based Pooled Funds (CBPF) een goed voorbeeld van succesvolle lokalisering. Maar de realiteit is anders: in 2021 was slechts een op de tien vertegenwoordigers in besluitvormingsraden van deze landenfondsen afkomstig uit een organisatie uit het land waar de crisis plaatsvond. Ook de onafhankelijke evaluatiedienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het IOB, liet in haar recente evaluatie van dit beleid weten dat de VN het niet goed doet op lokalisering.
Vrouwen staan buitenspel
Momenteel is het effect van deze inspanningen niet duidelijk: leveren de gesprekken die Nederland voert met humanitaire partners wel genoeg op? Plan International ziet dat lokale, door jongeren en vrouwen geleide noodhulporganisaties vaak buitenspel worden gezet bij het verlenen van noodhulp. Hun expertise wordt niet erkend door de mensen die het voor het zeggen hebben, waardoor ze geen ervaring opbouwen en zo achter het net vissen bij de verdeling van hulpgeld. Een voorbeeld zijn de eerder genoemde CBPF’s. In 2021 kwam nog geen tien procent van de financiering uit de CBPF’s bij lokale door vrouwen geleide noodhulporganisaties terecht. Het is voor meisjes en jonge vrouwen van groot belang dat deze negatieve spiraal doorbroken wordt.
Wat verstaan we eigenlijk onder noodhulp?
Tot slot moeten we kijken wat we precies verstaan onder noodhulp. Vaak wordt alleen gedacht aan het uitdelen van eten en drinkwater. Bescherming (van kinderen), geweld tegen vrouwen en meisjes, onderwijs in noodhulpgebieden en seksuele en reproductieve gezondheidszorg en rechten (SRGR) worden in crisissituaties meestal over het hoofd gezien. Met alle levensbedreigende gevolgen van dien. De preventie en aanpak van (seksueel) geweld tegen vrouwen en toegang tot SRGR-diensten in crises moeten een vast onderdeel zijn van noodhulp als we de behoeftes van meisjes en vrouwen op één willen zetten.
Ambitie
Meisjes en vrouwen betrekken bij besluitvorming, door vrouwen geleide organisaties financieren en meer oog hebben voor de specifieke behoeftes van meisjes en vrouwen: om dit te realiseren is er meer ambitie nodig van humanitaire organisaties en van Nederland als belangrijke donor en partner.