Ex-bendeleden in Kampala werken nu aan veiligere wijken
Drugsgebruik, diefstal en het bedreigen van mensen. Voor Okumu en Bogere uit Kampala was dit jarenlang dagelijkse kost. Totdat ze er genoeg van hadden. Ze stapten uit de criminaliteit en komen nu op voor de veiligheid van meisjes en vrouwen en betere kansen voor jongeren in hun wijk.
Opgroeien in de uitgestrekte buitenwijken van de Ugandese hoofdstad Kampala is niet makkelijk. Er heerst veel armoede en voor jongeren zijn er nauwelijks kansen om zich te ontwikkelen. Veel jongens belanden in de criminaliteit, ze zien het vaak als enige uitweg uit de situatie waarin ze zitten.
Bogere is een van de jongeren die al jong op het verkeerde pad belandde. Hij stopte met school en sloot zich aan bij een bende: “Het begon met het stelen van telefoons van voorbijgangers op straat. Later gingen we alcohol en drugs gebruiken, om de spanning weg te nemen. Daardoor werden we nog brutaler.”
Je hebt het gevoel dat je onaantastbaar bent
Ook de 21-jarige Okumu kwam al jong met de criminaliteit in aanraking: “Ik gebruikte drugs, viel mensen lastig en brak auto’s open om spullen te jatten.” Met de veiligheid van andere mensen en dan vooral die van meisjes en jonge vrouwen was hij helemaal niet bezig: “Je hebt het gevoel dat je onaantastbaar bent.”
In de gevangenis
Bogere belandde na een tijdje achter de tralies. Hij werd opgepakt na een gewelddadige politie-inval waarbij een aantal van zijn vrienden omkwamen. In de gevangenis begon hij zich af te vragen of de weg die hij had gekozen wel de juiste was. Hij nam zichzelf voor om zijn leven te beteren wanneer hij zou vrijkomen.
Kort nadat hij werd vrijgelaten, kwam hij in aanraking met het Safer Cities for Girls-project van Plan International. Hij besloot zich in te zetten voor het verbeteren van de wijk en volgde een aantal workshops: “Ik heb veel geleerd en nieuwe vrienden gemaakt. We zagen in dat er hoop voor ons is.” Bogere zet zich nu voor allerlei projecten in, zoals de aanleg van moestuinen in zijn wijk. Op plekken die eerst onveilig waren, wordt nu groente en fruit verbouwd. Ook werkt hij samen met anderen aan het recyclen van plastic en glas tot bouwmaterialen en de aanleg van ecovriendelijke toiletten in de wijk. Door deze initiatieven kan hij andere jongeren werk geven, die daardoor uit de criminaliteit stappen of blijven.
Jongeren weten nu dat er naar hen geluisterd wordt
Bogere hoopt dat met zijn inzet jongeren inzien dat er ook een andere weg is. Door jongeren te betrekken en inspraak te geven, wil Bogere laten zien dat het niet uitmaakt wat je geschiedenis is: “Jongeren weten nu dat er naar hen geluisterd wordt, dat ze betrokken worden in de besluiten over hun wijk.” Door jongeren te coachen en samenwerking te zoeken met andere wijken, ontstaat er een domino-effect: “Hoe meer jongeren zijn betrokken, hoe meer we kunnen doen.”
Verrader
In tegenstelling tot Bogere wist Okumu uit handen van de politie te blijven, maar hij begon zich steeds meer af te vragen of hij nog wel lid wilde zijn van een criminele bende. Het geweld en hoe er werd omgegaan met meisjes en vrouwen begon hem steeds meer tegen te staan. Op een dag nam hij een rigoureus besluit en stapte uit de groep: “Toen ik ervoor koos om mijn eigen weg te bewandelen, waren de andere bendeleden geïrriteerd. Ik was bang, omdat ze mij als een verrader zagen. Toen kwam het besef hoe het is om aan de andere kant te staan en elke dag bang te zijn voor je eigen veiligheid.”
Okumu sluit zich aan bij het Safer Cities for Girls-programma en helpt tijdens zogenoemde Safety Walks mee om onveilige plekken in de wijk in kaart te brengen. Doordat hij beide zijden van de medaille kent, is hij van grote waarde bij het veiliger maken van de wijk. “Ik ben totaal veranderd. Vroeger was ik naïef, ik maakte me alleen maar druk om mijn eigen veiligheid. Maar nu kan ik me echt indenken hoe het is voor mijn moeder of zus om lastiggevallen te worden op straat.” Okumu wil nooit meer terug naar zijn oude leven: “Wanneer ik terugkijk op de periode dat in een bende zat, kan ik niet geloven dat ik een jongen was die meisjes lastigviel.”